Over de invulling van het nieuwe GLB wordt logischerwijs verschillend gedacht. Meer dan twintig organisaties debatteren over de contouren van het Europese landbouwbeleid in de Maatschappelijke Begeleidingsgroep GLB-NSP. Jeroen Smarius is voorzitter. “Ik vind het een uitdaging om de deelnemers van de begeleidingsgroep over hun eigen schaduw te laten springen.”
In de Maatschappelijke Begeleidingsgroep GLB-NSP is een groot aantal maatschappelijke partijen vertegenwoordigd. Het gaat om landbouworganisaties, organisaties die actief zijn op het terrein van natuurbeheer, biodiversiteit en dierenbescherming, maar ook ketenpartijen uit de agrofoodsector, variërend van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie tot de Rabobank.
Breed samengestelde club
Kortom een breed samengestelde club van mensen die verschillend denken over de toekomst van de landbouw, zegt voorzitter Jeroen Smarius. “Het formuleren van een gemeenschappelijk advies is natuurlijk ingewikkeld, maar ik zie dat juist als een uitdaging. Ik wil voorkomen dat iedereen zijn standpunt keer op keer herhaalt. Gelijk hebben en gelijk krijgen zijn twee verschillende dingen. Laten we samen op zoek gaan naar de punten die ons binden.”
Smarius is directeur van de afdeling Vitaal en Ruimtelijk Brabant bij provincie Brabant. Hij is gedelegeerd opdrachtgever voor de totstandkoming van Nationaal Strategisch Plan (GLB-NSP) – het plan waarin staat hoe in Nederland het nieuwe GLB invult – en lid van de stuurgroep GLB-NSP namens het Interprovinciaal Overleg. Vanuit die laatste functie is hij ook voorzitter van de maatschappelijke begeleidingsgroep.
Gevraagd en ongevraagd advies
Deze begeleidingsgroep geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de stuurgroep en indirect aan het Bestuurlijk Overleg van ministerie van LNV, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen. De groep is inmiddels drie keer bij elkaar geweest. De bijeenkomst die deze maand gehouden zou worden (april 2020) is vanwege de coronacrisis naar achteren geschoven.
Het nieuwe GLB kan de transitie naar kringlooplandbouw versnellen, zegt Smarius. “Dat is ook de inzet van minister Schouten. Of liever gezegd haar opdracht. Persoonlijk geloof ik daar ook in. Natuurinclusieve landbouw, verkorten van de keten, gebruik van minder inputs; het zijn allemaal strategieën om landbouw, natuur en consument met elkaar te verbinden. In mijn eigen provincie Brabant zetten we daar vol op in. Het ministerie en andere provincies doen dat ook. GLB-budget uit Brussel kan de transitie in de landbouw ondersteunen.”
Meer aandacht voor dierwelzijn
Een van de bouwstenen van het GLB-NSP is de zogeheten Sterkte-Zwakte analyse (een zogeheten SWOT) van het Nederlandse platteland. Wageningen UR heeft deze analyse uitgevoerd. Een eerste concept van de SWOT is eind vorig jaar in de begeleidingsgroep aan de orde geweest. Smarius: “Een van de conclusies was dat de WUR weinig aandacht had gegeven aan dierwelzijn, terwijl het GLB ook op dat terrein een positieve omwenteling kan bewerkstelligen. Bij wetenschappelijk onderzoek geldt altijd: wat je erin stopt, komt er ook uit. Het is dan de taak van de begeleidingsgroep om hiaten aan te geven. En dat heeft de groep ook gedaan.”
Het echte inhoudelijke debat in de begeleidingsgroep moet nog komen. Dan gaat het bijvoorbeeld om de verdeling van Europese middelen. Daar wordt verschillend over gedacht, weet Smarius. “De landbouworganisaties vinden dat het GLB-budget terecht moet komen op het boerenerf. Natuurorganisaties denken daar logischerwijs anders over. Dat wordt een spannende discussie. Aan mij de opdracht op partijen over hun eigen schaduw te laten springen.”
Invulling transitieperiode
Inmiddels is duidelijk dat het nieuwe GLB vertraagd wordt ingevoerd. Niet in 2021 zoals de bedoeling was, maar waarschijnlijk pas in 2023. In de overleggen tussen IPO, UvW en LNV wordt deze weken vooral gesproken over de zogeheten transitieperiode, de jaren 2021 en 2022. “We zoeken naar mogelijkheden om in die twee jaar al een paar stappen voorwaarts te zetten op het gebied van klimaat, stikstof en kringlooplandbouw.”
Doel is om het concept GLB – NSP begin 2021 klaar te hebben. In maart 2021 vinden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats. Die verkiezingen gaan mogelijk invloed hebben op de besluitvorming. “In het Nationaal Strategisch Plan worden politieke keuzes gemaakt. De politiek heeft de neiging om in de aanloop naar verkiezingen een afwachtende houding aan te nemen. Dat kan ertoe leiden dat de vaststelling van het plan over de verkiezingen wordt getild.”
Bron: toekomstglb.nl